Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jerobeam maakte [53]een feest in de achtste maand, op den vijftienden dag der maand, gelijk het feest, dat in Juda was, en [54]offerde op het altaar; van gelijken deed hij te Beth-el, offerende den kalveren, die hij gemaakt had; hij stelde ook te Beth-el priesteren der hoogten, die hij gemaakt had. 53. Namelijk een loofhuttenfeest, om hetgeen dat in Juda zo genoemd werd, na te bootsen; doch heeft dit feest verordend in de achtste maand, dat is, in October; daar nochtans het loofhuttenfeest naar Gods ordinantie gehouden moest worden in de zevende maand, dat is, in September, gelijk het in Juda gehouden werd; Lev.23:34. 54. Namelijk, hij zelf, vergelijk hfdst.13 vs.1,4, hetwelk hem ongeoorloofd was, dewijl dit het ambt was den priesters alleen van God opgelegd, Ex.30:7, enz., en 2 Kron.26:18.